Lucien Adolphe Bechmann

Lucien Adolphe Bechmann (1880 Parijs-1966 Parijs) was een franse architect van Joodse komaf.

In zijn tijd beroemd en geëerd maar min of meer in de vergetelheid geraakt. Bechmann had een uitgebreid oeuvre, waarvan veel is verdwenen. Ik zal proberen in chronologische volgorde een lijstje te maken van dat wat over is:

1902-1904 Crèche van de wijk de La Gare (13e arr.) Deze crèche staat op  6 rue Baptiste Renard. Ik maakte mijn foto omdat ik het hekje zo leuk vond, niets wetende over architect etc. Bij mijn onderzoek voor dit artikel kwam ik de oude foto tegen en herkende het hekje. Métro 14 Olympiades

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1909-1912 Hôpital Rothschild, 76 rue de Picpus/rue Santerre (12e arr.) Een eerste Hôpital Rothschild werd gesticht in de 19e eeuw door baron James de Rothschild met als bestemming de zorg voor personen van het Joodse geloof.Op initiatief van baron Edmond de Rothschild ontwierp Bechmann een nieuw ziekenhuis Rothschild op hetzelfde adres en met dezelde bestemming. Het ziekenhuis is tegenwoordig bestemd voor gehandicapten-, ouderen- en tandheelkundige zorg.Bechmann bouwde kleine zelfstandige units teneinde isolement van de zieken te waarborgen en zo het risico van besmetting zo klein mogelijk te houden. De gebouwen doen denken aan een tuinstad met veel bloemen op de begane grond. Bechmann heeft daartoe een omvangrijke voorstudie gemaakt samen met de hoofdarts van het ziekenhuis, geinspireerd door moderne buitenlandse ziekenhuizen. Tijdens de 1e Wereldoorlog werden gewonden opgenomen zonder onderscheid in geloof.

 

 

 

In 2005 werd in de rue Santerre nieuwbouw ontworpen door de architect Bruno Gaudin ivm uitbreiding van het ziekenhuis. Dit gebouw is in 2010 opgeleverd. Métro 6 Picpus of Bel-air.

 

 

 

 

 

 

1912-1913: Synagogue Chasseloup-Laubat, 14 rue Chasseloup-Laubat (15e) in opdracht van baron Edmond de Rothschild als voorzitter van de Joodse kerkenraad in Parijs, ontwierp Lucien Bechmann deze synagoge met woonhuis in byzantijnse stijl. Terwijl de andere grote synagoges die 30 tot 35 jaar eerder waren gebouwd, hun hoofdgevels direct aan de straat hadden (bijv. de Grote synagoge in de rue de la Victoire (1874), kiest Bechmann voor een ingang via een binnenhof. Het gebouw is opgetrokken in beige baksteen afgezet met witte steen voor de hoeken, de roosvensters en de bogen. Métro 6 Cambronne.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vanaf 1910: de vader van Bechmann was directeur van de maatschappij Nord-Sud (métro’s) en vertrouwde de aankleding van de huidige stations van lijn 12 (lijn A van de Nord-Sud) toe aan zijn zoon, met name de ronde ingangszaal van station Saint-Lazare (8e arr) in samenwerking met de keramisten Gentil en Bourdet.

1913-1920: HBM (habitations à bon marché) Claude Decaen. Dit grote complex goedkope huurwoningen (sociale woningbouw voor de gemeente Parijs staat op 72 rue Claude Decaen/rue Tourneux (12e arr.) Métro 8 Daumesnil of Michel Bizot.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1919-1921 Domaine des quatre Vents, ook wel genaamd “Le Cottage”. Dit grote verblijf staat op een terrein van ongeveer 4 hectares op een plateau gelegen aan 60 bis rue du 19 Janvier in de gemeente Garches. Gebouwd in de anglo-normandische stijl , een stijl die zijn voorkeur had maar die hij nauwelijks gebruikte omdat hij zich meestal richtte op wat de klant wilde. Dit grootse gebouw was eigendom van Pierre Benjamin, baron de Gunzbourg. In het huis is voor de lambrisering, vloeren, kasten etc. gebruik gemaakt van eikenhout in plaats van het goedkopere “amerikaanse tulpenboomhout” omdat voor zo’n chique huis alles “uit de kast” moest worden getrokken. Op 24 oktober 1972 verkreeg de gemeente Garches het eigendom van het complex. Tegenwoordig wordt de 1e etage gebruikt als gemeentelijke muziek-, dans-, en toneelschool waar iedere week meer dan 700 leerlingen, kinderen, tieners en volwassenen, ontvangen worden.In het vrijetijdscentrum worden 140 kinderen ’s woensdags en in de schoolvakanties opgevangen voor verschillende activiteiten in de buitenlucht en in zalen voor leerzame doelen. (Deze informatie is uit 2015). Bus 360 La Défense- Garches, halte Quatre Vents

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1922-1954 La Cité internationale universitaire de Paris (CiuP). Na het einde van de 1e Wereldoorlog werden er plannen gemaakt voor het oprichten van een stichting met als doel het bouwen van studentenverblijven per land en zodoende tot verbroedering en samenwerking te bereiken van vele studenten vanuit de hele wereld. Door verschillende publieke- en privé-weldoeners werd uiteindelijk besloten tot aankoop van grond die was vrijgekomen door de afbraak van de ommuring van 1840 van staatshoofd Thiers, gelegen in het 14e arr. langs de huidige Bd. Jourdan tot aan de Périphérique. Door Emile Deutsch de la Meurthe (een rijke “oliebaron” uit de Elzas en bovendien  familiebanden met de vrouw van Bechmann) werd Bechmann in 1922 gevraagd een ontwerp voor de totale cité te maken op kosten van de Stichting  Emile et Louise Deutsch de la Meurthe. In 1923 ontwierp Bechmann het 1e paviljoen van de cité:: de Fondation Deutsch de la Meurthe voor Franse studenten op 37 Bd. Jourdan. Métro 4, RER B Cité Universitaire, Tram 3A Cité Universitaire.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dit complex werd gebouwd op de plek van het oude bastion nr. 82 van de ommuring van Thiers, die 94 bastions telde…

 

 

 

 

 

In 1933 werd het Maison Internationale ontworpen samen met architect Jean-Frédéric Larson met aan 17 Bd Jourdan de ingang- en administatie-gebouwen..

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Lucien Bechmann is van 1923 tot 1954 raadgevend architect van de Cité internationale universitaire de Paris geweest.

1930: Washington Plaza, Immeuble Shell. Dit is één van de bekendste gebouwen van Bechmann op 38-44 rue Washington (8e arr). In opdracht van de zelfde Emile Deutsch de la Meurthe, die samen met zijn familie in 1922 eigenaar was van Naamloze Vennootschap Pétroles Jupiter,in 1948 opgegaan in de maatschppij Shell France, ontwierp Bechmann de kantoorgebouwen voor Shell in het kantorencomplex Washington Plaza, ook van zijn hand, in rue Washington, rue d’Artois en rue de Berri. Métro 1 George V, 9 St. Philippe du Roule. Bechmann had voor dit ontwep een studiereis naar de VS gemaakt met name om de bouw van wolkenkrabbers te bestuderen voor wat betreft het beheer van een dergelijk groot werk zoals planning, materialen etc. en was daardoor in staat de bouw met een jaar te bekorten, wat de kosten ten goede kwam.

 

 

 

 

 

 

 

 

Lucien Bechmann heeft gedurende de hele periode van zijn werkzame leven vele woongebouwen ontworpen die er nog wel staan, met name in het 16e arr., waarvan ik geen foto’s heb, wel op streetview heb bekeken, maar naar mijn “bescheiden” mening niet persé spectaculair maar wel mooi,: een kleine opsomming

1906-1907 60, 67, 71 rue des Vignes, 16e

1909-1914 1, 4 ,6 Chaussée de la Muette, 16e

Verder staat er op 19 rue de Passy, 16e, nog een garage en in

15e een ziekenhuis Saint Michel uit 1920.

Bronnen:

voornamelijk Wikipédia, archives de l’Architecture du XX siecle, Archiwebture.fr

Maison Brooks, Paul Nelson

Paul Nelson, een Franse architect van Amerikaanse oorsprong (Chicago 1895-Marseille 1979, genaturaliseerd 1973) heeft tussen 1913-1917 gestudeerd aan Princeton University, na WO I in 1920 naar Parijs vertrokken waar hij zijn studie architectuur heeft voortgezet aan de Ecole Nationale Superieure des Beaux Arts (ENSBA) in het atelier van Emmanuel Pontrémoli en vanaf 1925 bij Auguste Perret in diens Palais de Bois, waar deze les gaf vanaf 1923 op verzoek van een aantal dissidente jonge studenten van Pontremoli. Paul Nelson behaalde zijn diploma onder Perret in 1927 en was daarmee de eerste afstuderende van Perret.

Nelson was betrokken bij het ontwerp en de bouw door Auguste Perret van de woning voor de kunstschilder Georges Braque, die Nelsons boezemvriend was,

 

Dit pand op 6 rue Georges Braque in het 14e arrondissement is tegenwoordig geheel begroeid zodat alleen de schoorstenen nog zichtbaar zijn, dus heb ik deze afbeelding “geleend” van Structurae.

Meer over deze Atelierwoning van Perret elders op Parijs1900 >>>

 

 

 

In 1929 ontwerpt Nelson voor de Amerikaanse schrijver Alden Brooks het pand op 80 boulevard Arago (13e arr.) in rode baksteen.

 

 

 

 

 

 

Nelson heeft zich vooral gespecialiseerd in het ontwerpen van grote concepen en met name ziekenhuizen door heel Frankrijk (St Lô, Le Havre, Dinan) en heeft veel onderzoek gestoken in een nooit gerealiseerd “hangend huis” (maison suspendue) met losse, verplaatsbare wanden en  préfabricatie.

schets afkomstig van centre d’architecture.

Mij zijn geen andere ontwerpen in of om Parijs bekend van deze architect.

Métro lijn 7 station Les Gobelins of lijn 6 station Glacière.

Maison Planeix

Maison Planeix is een stadsvilla in het 13e arrondissement van Parijs. Ontworpen door Le Corbusier en Pierre Jeanneret voor de beeldhouwer Antonin Planeix.


De gevel van deze villa geeft de indruk van een niet heel spannende blokkendoos. Alhoewel het uitstekende deel wel een grappige variant is van een erker! Maar de spanning zit binnen. Eenmaal binnen via de centrale Garage deuren dan blijkt de villa enorm. Op de begane grond vind je links en rechts van de garage nog twee extra ateliers. Maar vooral de de bovenverdiepingen zijn ruim, licht en voorzien van allerlei architectonische mooie effecten zoals hoge ramen, trapjes naar terrassen en het hoge/ruime en lichte atelier van de beeldhouwer.

Overigens is dit huis nog in bezit van de nazaten van Antonin Planeix volgens een artikel dat ik vond op het web >>>>Architect:           Le Corbusier
Waar:                 24 bis à 26 bis du boulevard Masséna, 13e arr
Wanneer:          1925-1928

Le Corbusier en l’Armée du Salut 1

Architect Charles-Edouard Jeanneret (1887-1965), beter bekend als Le Corbusier, heeft eind 20er-begin 30er jaren van de vorige eeuw 3 werken ontworpen voor de opvang van dak- en thuislozen, sociaal zwakke en gehandicapte medemensen voor l’Armée du Salut (Leger des Heils). De opdrachtgevers waren bij alle drie projecten prins en prinses Edmond de Polignac-Singer. Mevrouw Winaretta de Polignac was een superrijke Amerikaanse erfgename (Singer-naaimachines), die zeer onder de indruk was van de architect.

In 1926 ontwerpt Le Corbusier een slaapgebouw op de binnenplaats van het Palais du Peuple op 29 rue des Cordelières (13e arr.), dat in 1912 door het Leger des Heils was aanbesteed bij een (mij) onbekende architect. Het slaapgebouw bevatte ongeveer 160 slaapplaatsen, veelal in tweepersoons stapelbedden. Het hele complex is nog steeds in gebruik zij het aangepast aan de tijd.

 

 

 

 

 

 

 

 

De andere kant van het slaapgebouw komt uit op het park Square René le Gall waar de ene pilaar de unieke bouwwijze van de architect laat zien. Dicht begroeid als het nu is, is een foto praktisch niet doenlijk. Onderstaande foto is van Laurent Ruamps op Flickr.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

architect: Le Corbusier, 1926, métro: Les Gobelins, lijn 7.

Le Corbusier en de l’Armée du Salut 2

Het tweede project voor het Leger des Heils, ook weer gefinancierd door het echtpaar De Polignac-Singer -mevrouw Winaretta De Polignac was beschermvrouwe van het Leger de Heils- was het schip Louise-Cathérine, een aak met een romp van gewapend beton, die het Leger omstreeks 1929 had gekocht in de haven van Rouen (de oude naam van het schip was “Liège”) waar het werkloos lag nadat het als kolenaak op Parijs had gevaren. De bedoeling was van het schip een drijvend asiel te maken zoals ook op de boeg staat  “Asile flottant”.

Hoewel het schip in beton is opgetrokken, hét bouwmateriaal bij uitstek van Le Corbusier, heeft hij daar geen aandeel in gehad; het was een toen bestaande techniek. Le Corbusier is aangetrokken om het schip in te richten en bruikbaar te maken. De aak bestaat uit 3 caissons voor de opvang van alleenstaande mannen, op het voordek het compartiment van de schipper en op het achterdek dat voor het personeel. Op de bovenbouw werd een loopbrug met relingen aangelegd, ramen in de ruimtes aangebracht, bedden, weer 2-persoons stapelbedden, capaciteit 128 slaapplaatsen en nog 20 aparte bedden, 168 kasten geplaatst, keuken en eetzaal en tenslotte een dakterras met middenop een vlaggenmast. De boot is momenteel buiten gebruik maar zal de komende jaren worden gerestaureerd en een culturele functie krijgen.

peniche-corbusier-architecture

De bedoeling is dat de aak tijdens de restauratie omgeven wordt door deze metalen band van Japanse origine. Of het schip op zijn huidige ligplaats blijft is onduidelijk en ook of de “bandage” al is aangebracht? In september 2014 heb ik het niet gezien of gemist?

architect Le Corbusier,  1929-1930, ligplaats quai d’Austerlitz, 13e arr. métro Quai de la Gare, lijn 6; Gare d’Austerlitz, lijnen 5 en 10, RER C, historisch monument sinds 2008.

Le Corbusier en l’Armée du Salut 3

Het derde project, dat Le Corbusier, in samenwerking met zijn neef Pierre Jeanneret, ook architect, voor het Leger des Heils en weer in opdracht van Mevrouw Winaretta, prinses Edmond de Polignac-Singer heeft ontworpen, is dit immense gebouw aan 12 rue Cantagrel, 13e arr..

Hij begon er aan in 1930 en het werd in december 1933 door de toenmalige president van Frankrijk Albert Lebrun geopend onder de naam “Refuge Singer-Polignac, ter meerdere eer en glorie van mevrouw. Tegenwoordig heet het gewoon Cité de Refuge.

Het gebouw was bedoeld als hoofdkantoor van het Leger des Heils en als opvanghuis voor zo’n 500 à 600 personen. Op de begane grond bevinden zich de algemene ruimten voor diensten en administratie van het Leger.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De ingang en receptie hebben een geometrische vormen en zijn bekleed met opaakglas in staal. Ontvangstruimten, eetzalen voor niet-permanente bewoners, trappenhuizen en liftschachten zijn uitgevoerd in gewapend beton en in de kleuren groen, rood, geel en blauw. Kleuren, die de noodlijdende mens zouden moeten opvrolijken was toen de idee. De vijf verdiepingen met slaapzalen, kleinere units voor bv. moeders met kinderen, worden bekroond door een dakterras en een drie verdiepingen hoog appartement, bestemd voor de weldoeners. Het gebouw is opgetrokken in gewapend beton, het skelet bestaat uit palen en vloeren en het geheel wordt ingesloten door 1000 m2 glas op de zuidgevel, een zgn mur of facade rideau. Omdat er in dit glazen gordijn geen deur of raam geopend kon worden was het er zomers stikheet en ’s winters werkte de verwarming -ondanks het gebruik van, toen al, dubbel glas- niet naar behoren. Van klimatologische beheersing had de beroemde architect niet zoveel kaas gegeten. In 1952 is de gehele glazen gevel herbouwd met opengaande ramen achter gekleurde zonneschermen, wel weer een vinding van hem en zijn neef. Na deze klus schijnen ze nooit meer te hebben samengewerkt. In de 70er jaren is er een vleugel aangebouwd op 37 rue du Chevaleret in dezelfde stijl, genaamd Cité d´Espoir.

architect: Le Corbusier, Pierre Jeanneret, 1930/1933, 12 rue Cantagrel en 37 rue du Chevaleret, 13e arr., métro: Bibliothèque François Mitterand, lijn 14, historisch monument 1975.