Atelier Chana Orloff

De Villa Seurat is een smalle doodlopende straat in het 14e arrondissement van zo’n 130 meter lang met 4 ateliers en 3 kleine villa’s die zijn ontworpen door Andre Lurcat  ( 1925-1927). En daartussen één huis van Auguste Perret op 7 bis.

Villa Seurat is een smal straatje met huizen annex ateliers die geschikt zijn voor  beeldend kunstenaars.  Dus vaak op de bovenverdieping een licht atelier met ramen aan de noordzijde. De meeste huizen zijn van de architect Lurcat maar er is ook een atelierwoning ontworpen door Auguste Perret. En dat is Atelier Chana Orloff.

Chana Orloff was in het begin van de 20ste eeuw vooraanstaand avant-garde beeldhouwster. Wat aan dit huis opvalt is dat van drie verdiepingen de twee onderste verdiepingen zijn samengevoegd, En dat is de atelierruimte. Dus heeft het huis een hoge onder verdieping met een enorme raampartij.  Van binnen zie je goed hoe groot en mooi licht het atelier is geweest. Ook fraai is de overloop halverwege het atelier waar je mooi zicht hebt op de beelden van Orloff. Dat was destijds voor de beeldhouwster een mooie plek om potentiele kopers zicht te geven op haar werk. Atelier Chana Orloff is nu een bijzonder en intiem museum waar 200 van haar werken zijn tentoongesteld en kunnen bezoekers vanaf diezelfde overloop het werk overzien. Van buiten is het huis vrij sober en strak. Van binnen is het huis ook sober maar stijlvol en duidelijk ingedeeld voor de functie die het had.

Qua stijl zijn overigens ook de twee ateliers die Perret liet bouwen in Boulogne enigszins vergelijkbaar. Atelier Dora Gobine [op Parijs1900] >>> In dit filmpje [Vimeo >>] worden deze ateliers onder de loep genomen en vergeleken.

Het atelier / woonhuis van Chana Orlof waar zij tot aan haar dood in 1967 woonde en werkte

 

Atelier Chana Orloff
Architect: Auguste Perret
Wanneer  1925 – 1927
Adres:     Villa Seurat,7 bis. 14e arr
Metro:     Cité Universitaire
website : Musee Chana Orloff >>>

Lucien Adolphe Bechmann

Lucien Adolphe Bechmann (1880 Parijs-1966 Parijs) was een franse architect van Joodse komaf.

In zijn tijd beroemd en geëerd maar min of meer in de vergetelheid geraakt. Bechmann had een uitgebreid oeuvre, waarvan veel is verdwenen. Ik zal proberen in chronologische volgorde een lijstje te maken van dat wat over is:

1902-1904 Crèche van de wijk de La Gare (13e arr.) Deze crèche staat op  6 rue Baptiste Renard. Ik maakte mijn foto omdat ik het hekje zo leuk vond, niets wetende over architect etc. Bij mijn onderzoek voor dit artikel kwam ik de oude foto tegen en herkende het hekje. Métro 14 Olympiades

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1909-1912 Hôpital Rothschild, 76 rue de Picpus/rue Santerre (12e arr.) Een eerste Hôpital Rothschild werd gesticht in de 19e eeuw door baron James de Rothschild met als bestemming de zorg voor personen van het Joodse geloof.Op initiatief van baron Edmond de Rothschild ontwierp Bechmann een nieuw ziekenhuis Rothschild op hetzelfde adres en met dezelde bestemming. Het ziekenhuis is tegenwoordig bestemd voor gehandicapten-, ouderen- en tandheelkundige zorg.Bechmann bouwde kleine zelfstandige units teneinde isolement van de zieken te waarborgen en zo het risico van besmetting zo klein mogelijk te houden. De gebouwen doen denken aan een tuinstad met veel bloemen op de begane grond. Bechmann heeft daartoe een omvangrijke voorstudie gemaakt samen met de hoofdarts van het ziekenhuis, geinspireerd door moderne buitenlandse ziekenhuizen. Tijdens de 1e Wereldoorlog werden gewonden opgenomen zonder onderscheid in geloof.

 

 

 

In 2005 werd in de rue Santerre nieuwbouw ontworpen door de architect Bruno Gaudin ivm uitbreiding van het ziekenhuis. Dit gebouw is in 2010 opgeleverd. Métro 6 Picpus of Bel-air.

 

 

 

 

 

 

1912-1913: Synagogue Chasseloup-Laubat, 14 rue Chasseloup-Laubat (15e) in opdracht van baron Edmond de Rothschild als voorzitter van de Joodse kerkenraad in Parijs, ontwierp Lucien Bechmann deze synagoge met woonhuis in byzantijnse stijl. Terwijl de andere grote synagoges die 30 tot 35 jaar eerder waren gebouwd, hun hoofdgevels direct aan de straat hadden (bijv. de Grote synagoge in de rue de la Victoire (1874), kiest Bechmann voor een ingang via een binnenhof. Het gebouw is opgetrokken in beige baksteen afgezet met witte steen voor de hoeken, de roosvensters en de bogen. Métro 6 Cambronne.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vanaf 1910: de vader van Bechmann was directeur van de maatschappij Nord-Sud (métro’s) en vertrouwde de aankleding van de huidige stations van lijn 12 (lijn A van de Nord-Sud) toe aan zijn zoon, met name de ronde ingangszaal van station Saint-Lazare (8e arr) in samenwerking met de keramisten Gentil en Bourdet.

1913-1920: HBM (habitations à bon marché) Claude Decaen. Dit grote complex goedkope huurwoningen (sociale woningbouw voor de gemeente Parijs staat op 72 rue Claude Decaen/rue Tourneux (12e arr.) Métro 8 Daumesnil of Michel Bizot.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1919-1921 Domaine des quatre Vents, ook wel genaamd “Le Cottage”. Dit grote verblijf staat op een terrein van ongeveer 4 hectares op een plateau gelegen aan 60 bis rue du 19 Janvier in de gemeente Garches. Gebouwd in de anglo-normandische stijl , een stijl die zijn voorkeur had maar die hij nauwelijks gebruikte omdat hij zich meestal richtte op wat de klant wilde. Dit grootse gebouw was eigendom van Pierre Benjamin, baron de Gunzbourg. In het huis is voor de lambrisering, vloeren, kasten etc. gebruik gemaakt van eikenhout in plaats van het goedkopere “amerikaanse tulpenboomhout” omdat voor zo’n chique huis alles “uit de kast” moest worden getrokken. Op 24 oktober 1972 verkreeg de gemeente Garches het eigendom van het complex. Tegenwoordig wordt de 1e etage gebruikt als gemeentelijke muziek-, dans-, en toneelschool waar iedere week meer dan 700 leerlingen, kinderen, tieners en volwassenen, ontvangen worden.In het vrijetijdscentrum worden 140 kinderen ’s woensdags en in de schoolvakanties opgevangen voor verschillende activiteiten in de buitenlucht en in zalen voor leerzame doelen. (Deze informatie is uit 2015). Bus 360 La Défense- Garches, halte Quatre Vents

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1922-1954 La Cité internationale universitaire de Paris (CiuP). Na het einde van de 1e Wereldoorlog werden er plannen gemaakt voor het oprichten van een stichting met als doel het bouwen van studentenverblijven per land en zodoende tot verbroedering en samenwerking te bereiken van vele studenten vanuit de hele wereld. Door verschillende publieke- en privé-weldoeners werd uiteindelijk besloten tot aankoop van grond die was vrijgekomen door de afbraak van de ommuring van 1840 van staatshoofd Thiers, gelegen in het 14e arr. langs de huidige Bd. Jourdan tot aan de Périphérique. Door Emile Deutsch de la Meurthe (een rijke “oliebaron” uit de Elzas en bovendien  familiebanden met de vrouw van Bechmann) werd Bechmann in 1922 gevraagd een ontwerp voor de totale cité te maken op kosten van de Stichting  Emile et Louise Deutsch de la Meurthe. In 1923 ontwierp Bechmann het 1e paviljoen van de cité:: de Fondation Deutsch de la Meurthe voor Franse studenten op 37 Bd. Jourdan. Métro 4, RER B Cité Universitaire, Tram 3A Cité Universitaire.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dit complex werd gebouwd op de plek van het oude bastion nr. 82 van de ommuring van Thiers, die 94 bastions telde…

 

 

 

 

 

In 1933 werd het Maison Internationale ontworpen samen met architect Jean-Frédéric Larson met aan 17 Bd Jourdan de ingang- en administatie-gebouwen..

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Lucien Bechmann is van 1923 tot 1954 raadgevend architect van de Cité internationale universitaire de Paris geweest.

1930: Washington Plaza, Immeuble Shell. Dit is één van de bekendste gebouwen van Bechmann op 38-44 rue Washington (8e arr). In opdracht van de zelfde Emile Deutsch de la Meurthe, die samen met zijn familie in 1922 eigenaar was van Naamloze Vennootschap Pétroles Jupiter,in 1948 opgegaan in de maatschppij Shell France, ontwierp Bechmann de kantoorgebouwen voor Shell in het kantorencomplex Washington Plaza, ook van zijn hand, in rue Washington, rue d’Artois en rue de Berri. Métro 1 George V, 9 St. Philippe du Roule. Bechmann had voor dit ontwep een studiereis naar de VS gemaakt met name om de bouw van wolkenkrabbers te bestuderen voor wat betreft het beheer van een dergelijk groot werk zoals planning, materialen etc. en was daardoor in staat de bouw met een jaar te bekorten, wat de kosten ten goede kwam.

 

 

 

 

 

 

 

 

Lucien Bechmann heeft gedurende de hele periode van zijn werkzame leven vele woongebouwen ontworpen die er nog wel staan, met name in het 16e arr., waarvan ik geen foto’s heb, wel op streetview heb bekeken, maar naar mijn “bescheiden” mening niet persé spectaculair maar wel mooi,: een kleine opsomming

1906-1907 60, 67, 71 rue des Vignes, 16e

1909-1914 1, 4 ,6 Chaussée de la Muette, 16e

Verder staat er op 19 rue de Passy, 16e, nog een garage en in

15e een ziekenhuis Saint Michel uit 1920.

Bronnen:

voornamelijk Wikipédia, archives de l’Architecture du XX siecle, Archiwebture.fr

La Maison Gaut

La Maison Gaut staat op de hoek van 8 rue Nansouty en 2 (rue du) Square de Monsouris in het 14e arr.

Waar op 51 het pand van de schilder Ozenfant, ontworpen door Le Corbusier, staat, staat aan de andere kant van het straatje op 2 het pand van kunstverzamelaar en filmproducent Pierre Gaut, ontworpen door Auguste Perret (Perret Frères, de broer Gustave doet altijd mee als architect maar meer op de achtergrond, bij Perret Frères is de derde broer Claude de ondernemer.)  Beide panden dateren uit 1923. Heel contraversieel: oorspronkelijk zou Perret voor Ozenfant bouwen en andersom Le Corbusier voor Gaut. Iedereen boos.

Pierre Gaut ziet af van verdere samenwerking met Le Corbusier. Deze is verontwaardigd over de manier waaop hij behandeld is en schrijft dat in een brief aan Perret, zijn oude leermeester en vriend, met het verzoek voor hem te bemiddelen bij Gaut.Een deel van zijn boosheid bestaat uit een vermoeden, dat er een hetze tegen hem gaande is: hij zou worden beschuldigd van plagiaat en aan de haal gaan met de ideeën van anderen o.a. Perret, zijn clienten ruïneren etc. Hoe dan ook de bemiddeling door Perret heeft niet het gewenste resultaat; Perret wordt zelf de architect van Gaut. Hij schrijft nogmaals aan Perret en verklaart hem “u stelt zogenaamd de definitieve regels voor de moderne architectuur, zowel esthetisch als bouwkundig,vast, u wilt werkelijk niet inzien en toelaten dat anderen er anders over denken en dat, als men u al een perfecte ingénieur vindt, dat zeker minder zeker is met betrekking tot uw bijdragen aan de bouwkunst”. Ze worden nooit meer goede vrienden. (Le Corbusier heeft vele brieven aan Perret geschreven, gebundeld in diverse boeken.”lettres à Auguste Perret” en spreekt hem aan als chèr monsieur Auguste. Hij heeft 14 maanden(1908-09) als stagiair bij Perret Fréres geleerd en gewerkt.

bron oude foto’s “Louise Campbell: Perret versus Le Corbusier.

Hieronder nog een foto  van maison Ozenfant met pal links daarvan op nr. 49 een pand van Perret voor Roger Bissière (zie Les castors de Montsouris). Dat is dan wel een beetje een “braaf” pand.

Le Pavillion Suisse

Het Zwitserse paviljoen (ook wel Fondation Suisse genoemd) op de Internationale Campus van de Universiteit van Parijs, La Cité Universitaire, is een ontwerp van de architecten Le Corbusier en zijn neef Pierre Jeanneret in opdracht van de Zwitserse Federale Regering.

Het gebouw werd ontworpen en gebouwd tussen 1931 en 1933 op een terrein in het 14e arr. dat was vrijgekomen na de afbraak van de militaire omwalling van Thiers. Ik was er al eens geweest en had toen maar 2 foto’s gemaakt. Pas geleden las ik over de lounge in het gebouw, reden om weer eens te gaan kijken. Van buitenaf valt er weinig te bespeuren van het interieur maar je kan op visite iedere dag van 10.00-12.00 en 14.00- 17.00 uur. Een visite libre (dus zonder gids en tijdsduur) kost je 2 euro waarvoor je dan ook nog een mooie brochure ontvangt.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In de laagbouw is de lounge gevestigd, het middendeel is de Nevadaglass wall met de receptie, 2 kamers voor de administratie, 1 kamer voor de huisbewaarder, de lift en het trappenhuis naar de beide slaapgebouwen.

De wandschildering i(op de foto hierboven) s van Le Corbusier zelf en in 1948 aangebracht in plaats van een fotomuur. De ruimte bevat ook een keukenblok in de oorsponkelijke kleur: felgeel.

 

 

 

 

 

 

 

Het bankje met geglazuurde tegels en voorzien van een zijtafeltje is in 1953 toegevoegd door Le Corbusier. In de lounge is er nog één en ook op de eerste etage in het trappenhuis. De zijtafeltjes zijn gedecoreerd met een paar bouwkundige principes van de architecten.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De Modulor: de menselijke maat in het bouwen, 2.26m hoogx1.83m breed. De studentenkamers in het gebouw voldoen hieraan.

De hal is vrij neutraal, de receptie daarentegen weer een en al kleur

Deze veranderingen/toevoegingen zijn alle uit de jaren 1948-1953 door Le Corbusier zelf.

Dan is er op de 1e etage 1 kamer voor bezoek opengesteld: alles is origineel (douches waren jarenlang op de campus alleen in het Pavillon Suisse te vinden).

ook het meubilair in de lounge is ontworpen door Le Corbusier. Het Pavillon Suisse is een Frans historisch monument.


Pavillon Suisse
adres 7 K boulevard Jourdan, 75014 Paris
Métro étro lijn 4 Porte d’Orléans, RER B Cité Universitaire.
Architect Le Cobusier
gebouwd :1931 -1933

Begin 20ste eeuwse architectuur in het 14e arr

Het buurtje rondom Parc Montsouris is na het 16e arrondissement de tweede hotspot van “Begin 20ste eeuwse architectuur”in Parijs. Met huizen van Lurcat, Le Corbusier , Perret en  Elkouken.

Opvallend is de grote hoeveelheid atelierwoningen in deze buurt. Huizen met een doordacht atelier gedeelte voor bijvoorbeeld George Brague, Ozenfant en Seurat.

 

Villa Seurat

villaseurat2

De eerste huizen van Villa  Seurat met direct rechts op nr 1 het huis van de Amerikaanse schrijver Frank Townshend . Daarachter op 1 bis het huis van beeldhouwer Robert Couturier [architect Jean-Charles Moreux] . Verderop rechts begint het rijtje huizen van André Lurcat met op nr het huis van Goerg en Gromaire met de zo kenmerkende ronding in de voorgevel. 

De Villa Seurat is een smalle doodlopende straat in het 14e arrondissement van zo’n 130 meter lang met 4 woonateliers en 3 kleine villa’s die zijn ontworpen door Andre Lurcat rond 1925-1927.

Qua opzet is de straat enigszins vergelijkbaar met de rue Mallet Stevens in het 16e arrondissement echter Villa Seurat is smaller en de huizen veel eenvoudiger. Maar ook hier werd gebouwd voor beeldende kunstenaars die hier konden wonen en werken. Dus vaak op de bovenverdieping een licht atelier met ramen aan de Noordzijde.

In de eerste jaren hebben beeldend kunstenaars zoals Goerg en Lomaire, Townshend, Jean Lurcat en Quillé in het straatje gewoond.

Parijs VillaSeurat nr 1 door André Lurcat gebouwd voor F. Townshend

Het huis voor Townshend aan de kop van het straatje is opvallend groot en heeft het meeste weg van een stadvilla zoals Villa Gugenbuhl aan het Parc Montsouris (Parijs1900 >>> ) Maar voor de rest heeft  Lurcat  de huizen eenvoudig ingedeeld en heeft hij gebruik gemaakt van moderne en goedkope bouwsystemen. De huizen waren ooit allemaal een beetje gelig en daardoor wat groezelig inmiddels zijn meeste van de huizen en ateliers wit gepleisterd.

Het huis op nr 7 is ontworpen en gebouwd door de architect Auguste Perret voor de beeldhouwer Chana Orloff

villaseurat4

Villa Seurat , Atelierwoningen op nr 3 en 5 .Architect : André Lurcat

Parijs, Villa Seurat : Ook voor aan de noordzijde van de straat (de even kant) had André Lurcat verschillende huizen ontworpen. Meer een rij appartementen lijkt het. We zien hier op de foto nr 8.

Architect: André Lurcat
Wanneer  1925 – 1927
Adres:     Villa Seurat, 14e arr
Metro:     Cité Universitaire

Studio Raspail

De van oorsprong Pools Joodse Architect Bruno Elkouken ontwierp in de jaren dertig een slechts paar gebouwen in Parijs. Zijn Parijse carrière als architect werd onderbroken door de dreiging van het Nazisme, Elkouken vluchtte net als Hector Guimard naar de Verenigde Staten.

Studio-RaspailEén van zijn opmerkelijkste gebouwen is het woongebouw met ateliers, woningen en theater aan de Boulevard Raspail. Hij ontwierp het begin jaren dertig . Het gebouw is strak en minimalistisch van vormgeving maar Elkouken bracht bijzondere details. Zo heeft hij afwisselend ronde vormen en strakke hoeken gebruikt en hij zorgde dat de mooie ramen wat uitstaken en over twee verdiepingen heen spanden maar ook liet hij de Façade op verschillende plekken verspringen waardoor het gebouw dynamiek kreeg.

 

Bd Montparnasse

Andere gebouwen van Bruno Elkouken zijn te vinden aan de Rue du Theatre 138 in het 15e arrondissement en aan de Boulevard du Montparnasse (nr 148). Beide gebouwen zijn ontworpen en gebouwd in de begin jaren dertig

Architect:        Bruno Elkouken
Waar               Boulevard Raspail 216 (14e arr)
Wanneer         1934
Stijl                 Minimalistisch

Maison Guggenbuhl

Deze mooie villa is een ontwerp van André Lurcat en heeft uitzicht op het Parc Montsouris. Vlakbij Atelier Ozenfant.

Maison Guggenbuhl in oorspronkelijke toestand eind jaren 20

Lurcat heeft het huis ontworpen voor de schilder Walter Guggenbühl die het huis gebruikte niet alleen als atelier maar ook als woonhuis.

Dit huis is wit gepleisterd en te herkennen aan de karakteristieke luifel. Bij de oplevering waren de kleuren overigens anders, okergeel met wit. Lurcat is in zijn bouwen sterk beïnvloed door le Corbusier en Mallet Stevens. Hij is zijn carriere als architect begonnen aan het bureau van Mallet Stevens.
Van Le Corbusier ontleende hij bijvoorbeeldhet gebruik van de dragende pilaren waardoor binnen en buiten muren vrijelijker te plaatsen zijn. en je ziet duidelijk dat Lurcat net als le Corbusier dat gedaan heeft bij Villa Savoye de daken een functie gegeven. Meestal als terras. De luifel die aan de voorkant van het huis uitsteekt is onderdeel van het dakterras.

Opvallend aan deze villa is het duidelijk zichtbare atelier op de tweede verdieping.

In 1997 is het huis gerestaureerd en zijn er verschillende aanpassingen gedaan om het huis meer te laten voldoen  aan de eisen van deze tijd en is de indeling ook gewijzigd. Dat zie je ook duidelijk als je de twee foto’s hierboven met elkaar vergelijkt

Maison Guggenbuhl
Adres: Hoek Rue Nantsouty/rue George Braque. 14e arrondissement
Architect : Andre Lurcat
Gebouwd : 1927
Metro: Cité Universitaire

Rue Gauget => Ateliers Zielinski

Rue Gauget is een smal doodlopende straatje met een paar atelierwoningen (1929-1931) gelegen vlak achter Cité Seurat in het 14e arrondissement

Op de nrs 3, 5 en 7 van de rue Gauget vinden we fraaie witgepleisterde woonhuizen met een studio/atelier ingebouwd die zijn ontworpen door de architect Marcel Zielinski onder ander voor de Amerikaanse uitgever / schrijver Schempp.

Marcel Zielinski was van Poolse afkomst en deed veel inspiratie en ervaring op als jong architect bij het bureau Le Corbusier. De huizen zijn dan ook gebouwd in de puristische stijl van Le Corbusier: strakke lijnen met witgepleisterd beton.

Niet ver van dit straatje had Zielinki de hand in nog een straatje, namelijk Rue Georges Braque,  waar bij een huis voor zichzelf maar ook bouwde Zielinki een huis voor de schilder André Derain.

Architect: Marcel Zielinski
Wanneer 1929
Adres: Rue Gauget, 14e arr
Metro: Cité Universitaire

 

Atelier Ozenfant

maison-ozenfantDeze stedelijke villa nabij het Parc Montsouris in Parijs is door Le Corbusier ontworpen in de twintiger jaren als een atelier woning voor de schilder Ozenfant.

Dat het een atelierwoning is, is goed te zien aan de inrichting van de tweede verdieping van het huis. Een hoek van het atelier is maximaal benut met ramen. Het licht komt daar zowel door grote ramen als door het plafond naar binnen.

Le Corbusier heeft overigens hier nog geen gebruik gemaakt van zijn vernieuwende opvattingen over architectuur. Er wordt dus geen gebruik gemaakt van steunende pilaren, de muren zijn dragend en er kan daardoor geen gebruik gemaakt worden van een vrije plattegrond en een vrije gevel.

Maar wel kenmerkend zijn de brede raampartijen op de 1e verdieping , het lichte en ruime atelier op de bovenverdieping.

Atelier Ozenfant maakt deel uit van het plan Les Castors de Montsouris. Vier kunstenaars ( waaronder Ozenfant en Braque) die op dit stukje grond bij Montsouris hun ateliers hadden gepland. Meer op Parijs1900 >>>

Architect: Le Corbusier
Wanneer 1922
Adres: Avenue Reille 53,  14e arrondissement
Metro: Cité Universitaire

Maison Ozenfant in originele staat, nog met het zaagtand dak boven het atelier. Met veel glas in verband met lichtval in het atelier. Nu vervangen door een plat dak met terras

Atelier Ozenfant. De hoge atelier ruimte op de tweede verdieping